Jeugdrecht
Indien een kind zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg.
Ondertoezichtstelling
In artikel 1:254 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat de kinderrechter een minderjarig kind onder toezicht kan stellen van een gezinsvoogdij-instelling indien het kind zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of zullen falen. Dit betekent dat het kind zich in een ernstig bedreigende situatie moet bevinden en er geen alternatieven voorhanden zijn. Te denken valt aan gevallen als verwaarlozing, mishandeling, probleemgedrag van kinderen of pedagogische onmacht van ouders.
Indien het voormelde zich voordoet, dan zal de kinderrechter een ondertoezichtstelling uitspreken. Het doel van de ondertoezichtstelling is er voor te zorgen dat de situatie waarin het kind opgroeit zo snel mogelijk verbetert. Een gezinsvoogdij-instelling zal, wanneer een kind onder toezicht wordt gesteld, een gezinsvoogd aanwijzen. Deze gezinsvoogd begeleidt het kind en de ouders en helpt bij het oplossen van de problemen. De gezinsvoogd houdt regelmatig contact met de ouders. De ondertoezichtstelling is een gezagsbeperkende maatregel. Dit betekent dat bij belangrijke beslissingen over het kind de gezinsvoogd moet worden ingeschakeld door de ouders.
Uithuisplaatsing
In de meeste gevallen blijft het kind tijdens de ondertoezichtstelling thuis wonen. Maar soms is het voor het kind beter dat hij ergens anders woont, zoals in een netwerkgezin, een pleeggezin of een jeugdzorginstelling. Dit is het geval wanneer de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van een kind zodanig bedreigd wordt dat ingrijpendere maatregelen vereist zijn. De gezinsvoogd vraagt in dat geval aan de kinderrechter toestemming om het kind uit huis te plaatsen. De rechter moet, omdat het om een ingrijpende beslissing gaat, zorgvuldig toetsen aan de voorwaarden voor een uithuisplaatsing. Beoordeeld dient te worden of een uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van het kind.
Bij een uithuisplaatsing moet het doel zijn dat het kind uiteindelijk weer teruggeplaatst wordt bij zijn ouders. Een uithuisplaatsing zal daarom door de rechter voor de maximale duur van één jaar worden bevolen. Na deze periode stopt de uithuisplaatsing automatisch. Is de gezinsvoogd van mening dat de uithuisplaatsing langer moet duren, dan moet dit worden verzocht aan de rechter. Een verlenging kan enkel volgen, nadat de gecertificeerde instelling een rapport heeft uitgebracht en de ouders zijn gehoord.
De rechter kan het kind op verzoek van de gecertificeerde instelling, de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie ook plaatsen in een gesloten instelling voor jeugdhulp. Dit kan de rechter beslissen indien dat nodig is vanwege ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen en om te voorkomen dat het kind zich aan de jeugdhulp onttrekt of om te voorkomen dat anderen het kind onttrekken aan de jeugdhulp. De gesloten uithuisplaatsing is een verstrekkende maatregel waarbij het kind dag en nacht in een gesloten instelling verblijft. Om deze reden is deze procedure met veel waarborgen omgeven. Zo geldt onder andere als voorwaarde dat bij de aanvraag van een machtiging een instemmingsverklaring van een gekwalificeerde onafhankelijke gedragswetenschapper moet zijn gevoegd. In een procedure omtrent een gesloten machtiging uithuisplaatsing krijgt de minderjarige altijd bijstand van een advocaat. Deze advocaat kan worden toegevoegd door de rechtbank, maar het kind mag zelf ook een advocaat kiezen die hij/zij kent en vertrouwt. Ook voor de gesloten uithuisplaatsing geldt dat de machtiging kan worden afgegeven voor de duur van ten hoogste één jaar en dat deze met telkens, onder strikte voorwaarden, met één jaar kan worden verlengd.
Heeft u vragen over een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing, dan kunt u contact met ons kantoor opnemen.